Onlangs stelde de gemeente Het Hogeland nieuw dorpshuizenbeleid vast. De gemeente geeft aan dat met de jaarlijkse subsidie van €3.000 bijna alle dorpshuizen erop vooruit gaan. Toch zijn er zorgen bij de dorpshuizen hoe een en ander in de praktijk gaat uitpakken. Hoe kijkt men er bijvoorbeeld in Zandeweer tegenaan?
’t Klokhoes, dorpshuis voor Zandeweer, Eppenhuizen en Doodstil
‘t Klokhoes is het dorpshuis van de dorpen Zandeweer, Eppenhuizen en Doodstil. Er maken verschillende verenigingen gebruik van het gebouw waaronder de Vereniging voor Volksvermaken, de biljartclub, de jeugd- en ouderensoos, een dansclub en de toneelclub. Er wordt vergaderd door politieke partijen en buurtverenigingen en op zaterdag zijn de kroeg en keuken geopend voor een drankje en patat. Het dorpshuis is in 1977 mede tot stand gekomen door een grote inzamelingsactie onder het verenigingsleven en alle inwoners. Als dank is in de statuten van het dorpshuis vastgelegd dat deze verenigingen geen huur hoeven te betalen. De naam ‘t Klokhoes verwijst naar de groente- en fruitveiling die ooit in het gebouw gevestigd was. Maar de veilingklok, die normaal gesproken nog altijd boven de bar hangt, ligt momenteel in opslag.
Nieuw gebouw
Toen een aantal jaren geleden bleek dat vanwege de aardbevingsproblematiek het dorpshuis versterkt moest worden, besloten het bestuur en het dorp dat je beter een nieuw gebouw kunt neerzetten dan een oud gebouw voor veel geld te versterken. Vervolgens werd met de NCG een overeenkomst gesloten waarin staat dat het dorpshuisbestuur onder voorwaarden de beschikking krijgt over het versterkingsbudget. Samen met een grote bijdrage van verschillende fondsen, wordt met deze middelen een nieuw dorpshuis gerealiseerd. Het oude dorpshuis wordt gesloopt en sinds enige tijd staat een uit units opgebouwd, tijdelijk dorpshuis aan de rand van het dorp. Daar spreken we met Jan Bolwijn, secretaris van de Stichting Dorpscentrum Zandeweer. Een nieuw dorpshuis blijkt niet alleen voordelen te hebben.
Bolwijn: ‘ Aan ons nieuwe gebouw wordt straks een veel hogere WOZ-waarde toegekend waardoor we straks in plaats van €2.500, ongeveer €10.000 aan onroerendezaakbelasting gaan betalen. Dat is precies het bedrag dat we op de energie besparen door de duurzaamheidsmaatregelen in ons nieuwe gebouw. Per saldo schieten we er financieel dus niets mee op. We hoopten juist door die energiemaatregelen een buffer voor toekomstig onderhoud op te kunnen bouwen. Ook omdat de gemeente wil dat we zoveel mogelijk zelfstandig worden. Maar met het nieuwe beleid van de gemeente, zijn wij een grote verliezer geworden.’
Nieuw dorpshuizenbeleid
Onlangs heeft de gemeente Het Hogeland nieuw dorpshuizenbeleid vastgesteld. De 30 dorpshuizen in de gemeente krijgen allemaal jaarlijks een exploitatiesubsidie van €3.000. Aan de gemeenteraad legde wethouder Mariëtte de Visser uit dat hiermee 27 van de 30 dorpshuizen er in vergelijking met vroeger op vooruit gaan.
Bolwijn: ‘Dat valt nog maar te bezien als je het totaalplaatje bekijkt waar je als dorpshuis mee te maken krijgt. Van de oude gemeente Eemsmond kregen wij een jaarlijkse subsidie van €2.500 maar ook een compensatie van de OZB die neerkwam op €2.000. Wat dat betreft gaan we er €1.500 op achteruit. Dat zou misschien nog wel op te vangen zijn maar die veel hogere OZB aanslag krijgen we straks structureel voor de kiezen. Terwijl wij er natuurlijk niets aan kunnen doen dat het dorpshuis vanwege de aardbevingen aangepakt moet worden. Ook als we ervoor gekozen hadden om het dorpshuis te versterken in plaats van nieuw te bouwen was de WOZ waarde omhoog geschoten.’
Maatwerk
Sinds de herindeling hebben alle dorpshuizen van Het Hogeland met een hogere OZB te maken al gaat het dan niet om zo’n grote stijging als in Zandeweer. En vorig jaar kondigde de gemeente aan dat dorpshuizen hun afval niet meer bij de weg mogen zetten maar dat zij hiervoor een contract met een afvalverzamelaar moeten afsluiten. Zaken die niet in het dorpshuizenbeleid staan maar die de dorpshuizen wel raken. Bij elk dorpshuis ziet het financiële plaatje er anders uit. Bolwijn vindt daarom dat de gemeente eerder met de dorpshuizen in gesprek had moeten gaan over het dorpshuizenbeleid.
‘De gemeente heeft met oogkleppen naar de dorpshuizen gekeken. Men spreekt van gelijke monniken en gelijke kappen maar de dorpshuizen zijn zo verschillend dat je simpelweg niet aan maatwerk ontkomt. Het ene dorpshuis heeft te maken met veel hogere kosten dan het andere. De gemeente had in een vroeg stadium bij de dorpshuizen moeten polsen of het acceptabel zou zijn om met verschillende subsidiebedragen te werken. Daar kun je niet meer mee aankomen als je al hebt aangekondigd dat iedereen €3.000 krijgt. Er is wel een dorpshuizenonderzoek geweest maar dat betrof alleen een inventarisatie van gegevens. De dorpshuizen is nooit écht om hun mening gevraagd en met de input die we desondanks geleverd hebben is weinig tot niets gedaan.’
Geen onnodige beperkingen
De gemeente heeft de dorpshuizen de suggestie gedaan om met nieuwe activiteiten zoals een prikpoli of een afhaalpunt voor pakketjes, meer inkomsten te genereren.
Bolwijn: ‘Dat is mooi bedacht maar die nieuwe activiteiten zijn niet overal mogelijk en zullen voor ons nooit de toename van die OZB kunnen compenseren. Bovendien is de doelstelling van onze stichting het exploiteren en ter beschikking stellen van een dorpshuis en niet het organiseren van activiteiten. De gemeente zou ons meer helpen door de dorpshuizen geen onnodige beperkingen op te leggen in de drank- en horecaregels. Maar omdat die nog steeds niet zijn vastgesteld weten we ook niet waar we in onze exploitatie rekening mee kunnen houden. Tijdens de raadsvergadering maakte wethouder Eltjo Dijkhuis een opmerking waaruit zou blijken dat de drank- en horecaregels in de oude gemeente Eemsmond prima op orde waren. Maar als die overgenomen worden door Het Hogeland, zal er geen verbetering voor ons ontstaan.’
Dorpshuizen en sportkantines genieten bepaalde voordelen zoals het ontvangen van subsidies. Daarom moeten gemeenten regels hebben waarmee oneerlijk concurrentie ten opzichte van de reguliere horeca wordt voorkomen. Die regels hebben vooral betrekking op de sluitingstijden en het aantal feesten dat er gehouden mag worden. Elke gemeente maakt daarin een eigen afweging waarbij de wetgever nadrukkelijk stelt dat er geen onnodige beperkingen opgelegd moeten worden daar waar van oneerlijke concurrentie geen sprake is.
Bolwijn: ‘Uit eerdere rechtszaken is gebleken dat een gemeente het aantal feesten in een dorpshuis niet hoeft te beperken wanneer er, zoals in Zandeweer, überhaupt geen reguliere horeca in het dorp is. Los daarvan kun je je afvragen hoeveel voordelen een dorpshuis nou eigenlijk heeft. Wij moeten gewoon aan dezelfde strenge regels voor een gebouw en keuken voldoen als een horecabedrijf. We krijgen een beetje subsidie maar wij bieden dan ook onderdak aan allerlei activiteiten die financieel weinig opleveren maar wel belangrijk zijn voor de leefbaarheid van het dorp. En het is zeker niet zo dat het hier in het dorpshuis, als de bestuursleden naar huis zijn, een losgeslagen boel is. Zoiets leek Eltjo Dijkhuis, nota bene onze dorpswethouder, onlangs in de raadsvergadering te schetsen. Ik nodig de wethouder uit om met mij daarover in gesprek te gaan.’
Ondanks alles ziet Bolwijn de toekomst van het dorpshuis positief tegemoet: ‘We zijn als bestuur blij dat de sloop van het oude dorpshuis inmiddels begonnen is. Wanneer er maart volgend jaar een nieuw gebouw staat weet ik zeker dat het hele dorp er trots op is. En als iedereen dan de coronaprik heeft gehad, hoop ik dat we snel terug kunnen naar normaal en onze activiteiten weer kunnen oppakken. We zijn ook bezig met een nieuw voor- en achterplein bij het dorpshuis. Daar gaan we straks een mooi dorpsfeest houden!’
Illustratie: Bureau Noordeloos